Sossusvlei

De wekker gaat om 4:30. Ja geen geintje maar het is voor een goed doel. We gaan Duin45 beklimmen voor de zonsopkomst. De ingang van het park gaat om 5:15 open en wij zijn een van de eerste bussen. Het is een 45 km rijden (toevallig) en als we bij de duin aankomen is het al wat lichter maar de zon is nog achter de duinen. Ik begin aan de klim naar de top van de duin. Het valt mij enigszins mee hoe zwaar het is. Als je de voetsporen van je voorganger volgt gaat het best aardig. Ongeveer 5 min voor zonsopgang bereik ik de top. Ik plof neer op de rand van de duin (toch beetje buiten adem). De zonsopgang is heel mooi. Vooral de kleur van de duinen om je heen die steeds roder worden. En dan met een strakke zwarte schaduw erachter. Het is weer genieten. Na lange tijd op de duin is het tijd om naar beneden te gaan. Dat kan je doen door dezelfde weg naar beneden te gaan of je rent de zijkant van de duin af. Dat laatste is natuurlijk veel leuker en sneller. Dus ik ben met een vaart de duin afgerend en daarmee veeeel zand verzameld in mijn schoenen. Beneden aangekomen staat bij de bus het ontbijt al klaar. Eieren en spek! Het ontbijt, lunch en diner is elke dag zo goed verzorgt. En vaak eet je met een prachtig uitzicht!

De bus gaat verder de sossusvallei in. Later stappen we over in 4x4 jeeps om ons naar deathvallei te brengen. Hiervoor moeten er weer eerst een paar lagere roden duinen beklimmen worden. Dat brengt je naar een witte vlakte tussen de duinen met dode bomen. Een heel indrukwekkende omgeving. Na de weg terug is het voor de ochtend mooi geweest. We gaan terug naar het kamp voor de lunch.

Ik ben zo moe en door de warmte heeft niemand eigenlijk energie om wat te doen. Ik duik daarom mijn tent maar even in. Die staat gelukkig onder boom dus is niet al te warm. Na een paar uurtjes lezen en dutten staat er een ander uitstapje op het programma. Een bezoek aan de sesrheim canyon. Die ligt achter de berg naast de camping dus het is maar een klein ritje. De canyon is mooi en lekker cool. Aan het einde komen we bavianen tegen. Die had ik niet meer verwacht hier.

De dag is lang genoeg geweest. We doen een drankje in de bar voor het eten. Daarna staat er een heerlijke lasagne op het menu. Na een frisse douche gelijk de tent in.

Het kamperen is toch een mooie manier om zo een reis te doen. Je zit dichterbij de natuur. Zoals vandaag zit je in het kamp en lopen er struisvogels, springbokken en spiesbokken om het kamp heen. Tijdens het eten kwam er een jakhals tussendoor gelopen om te kijken wat er voor hem te eten valt. En elke avond die zonsondergang. Ik kan er geen genoeg van krijgen.